tot armoede vervallen (v) (mensen) | empobrecer (v) (mensen) |
tot armoede vervallen (v) (mensen) | estar reducido a la miseria (v) (mensen) |
tot armoede vervallen (v) (mensen) | quedarse pobre (v) (mensen) |
tot armoede vervallen (v) (mensen) | quedarse sin un duro (v) (mensen) |